Hoefsmederij Jill 

28 maart 2012

Misschien is dat maar goed ook, anders heb je het de hele dag over paarden


Een foto van Hoefsmid Jill uit de Krant.

Het beroep hoefsmid lijkt uitgestorven. In Breugel was tot voor een aantal jaren Thé Swinkels de enige hoefsmid in de regio. Het is een ambacht, omgeven met nostalgie. En toch, zo lang er paarden zijn, zijn er ook hoefsmeden nodig. Jill Roberscheuten (20) uit Son volgt een opleiding tot hoefsmid.

door Jan Burgers
Is het beroep van hoefsmid al een bijzonder beroep, dat een meisje hoefsmid wil worden is helemaal uniek. Jill Roberscheuten zit nu in het tweede jaar van de NHB (Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen) in Deurne en is het enige meisje in de klas. "Maar het is gezellig, de klas is leuk en ik heb goede punten."

Jill Roberscheuten komt al vanaf haar zevende jaar op de manege om paard te rijden. Elke woensdagmiddag was daar een hoefsmid aan het werk: "Ik ging daar altijd kijken, tot het moment dat ik moest rijden. Ik vond het geweldig om die hoefsmid bezig te zien. Toen wist ik al dat ik hoefsmid wilde worden. Iedereen vond dat apart, maar ik wilde het echt. Ik heb eerst de Groenschool gedaan, de dierhouderij, dan leer je over de verzorging van honden, katten en kippen en daarna ben ik naar Deurne gegaan. Je begint dan met een basisopleiding - paard en verzorging - waar je alles rondom paarden leert. En daarna leer je smeden en kappen en het bijwerken van de hoeven van een paard. Het is bijna alleen maar praktijk. We beginnen de week met drie uur smeden. Ijzers op maat maken, dan oefenen we op een been van een paard. Je hebt een hamer van twee kilo waar je me werkt. Tussendoor krijgen we vakken als Engels en Nederlands en Startende Ondernemer. Heel praktijkgericht.

Ik loop nu stage, moet de hoeven bekappen en de paarden beslaan. De hoefijzers maak ik zelf ter plekke passend op een aambeeld en een mobiele oven. De hoefijzers koop je in een fabriek maar die moeten nog passend gemaakt worden. Maar ik kan ook zelf uit een stuk ijzer een hoefijzer smeden. Ik heb verschillende dingen zelf gesmeed en gelast, zoals een vuurkorf. Als je kunt smeden, kun je heel veel dingen maken. Er zijn zelfs kunstsmeden die complete oranten maken. Ik wil me alleen op de paarden richten. Je kunt er je brood goed mee verdienen. Er zijn veel paarden die toch regelmatig - een keer in de twee of drie maanden - nieuwe ijzers moeten hebben. Dat moet gewoon gebeuren. De smid in Breugel ken ik wel. Ik heb er mijn fiets wel eens gebracht, maar ik heb hem nog nooit zien smeden. Bijna alle hoefsmeden zijn tegenwoordig mobiel. Het liefste zou ik thuis willen werken, maar de klanten willen dat je naar ze toekomt. Ik moet nu nog een jaar naar school en daarna zou ik aan de slag kunnen gaan voor mijzelf. Ik weet niet of makkelijk zal zijn. Ik ben dan een van de weinige meisjes die hoefsmid is. Hoefsmid is een zwaar beroep. Je moet heel sterk zijn. Sommige paarden geven hun voeten makkelijk aan, maar sommige springen alle kanten op. Dan heb je kracht nodig. Ik heb best wel spierballen. En als het echt niet gaat, dan krijgen ze van een veearts een spuitje dat ze rustiger worden.

Mijn grootste droom is dat ik voor mijzelf kan beginnen. Of mijn man ook van paarden moet houden? Ik heb een tijd een vriend gehad die niet zo van paarden hield, en dat ging gewoon goed. Misschien is dat maar goed ook, anders heb je het de hele dag over paarden."